Oogzorg
Wat zijn de meest voorkomende optische oogafwijkingen?
Optische oogafwijkingen zijn geen ziekte. Ze zijn het gevolg van het feit dat de vorm van het oog afwijkt van de normale vorm: te lang, te kort, vervormd. Een oog zonder optische afwijking noemen we ook wel een emmetroop oog.
Hoe werkt ons oog nu eigenlijk?
In het oog zit – net zoals in een fotocamera – een lenzenstel, een diafragma en een lichtgevoelige filmplaat. Het oog heeft twee lenzen: het hoornvlies (cornea) en de eigenlijke lens (ooglens). Tussen de twee lenzen bevindt zich het diafragma: de pupil (regenboogvlies). Aan de binnenkant van de oogbol ligt de gevoelige filmplaat: het netvlies (retina). Het lenzenstelsel zorgt ervoor dat op het netvlies een scherpe afbeelding komt.
Vervolgens wordt het beeld op het netvlies omgezet in elektrische signalen. Deze signalen worden door de oogzenuw naar de hersenen geleid. Deze elektrische signalen worden verder verwerkt, en reizen daarna uit het netvlies van het oog naar de hersenen via de oogzenuw, een bundel van ongeveer een miljoen zenuwvezels.
We “zien” dus eigenlijk met onze hersenen, onze ogen gaan alleen de visuele informatie verzamelen en staan aan het begin van dit complexe proces. De meest voorkomende oogaandoeningen waar men mee kan geconfronteerd worden zijn de refractie afwijkingen.
Wat zijn refractie afwijkingen?
Om scherp te zien is het nodig dat lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Bij het normale oog zorgen het hoornvlies en de lens in het oog ervoor dat bij zien in de verte op het netvlies een helder beeld ontstaat. Scherp stellen voor dichtbij gebeurt door het instellen van de ooglens. Wanneer de sterkte van hoornvlies en ooglens niet goed in verhouding staan tot de lengte van de oogbol, dan vallen de lichtstralen uit de buitenwereld bij het in de verte kijken niet precies samen op het netvlies. Er is dan geen sprake van een oogziekte of aandoening maar van een refractie- of brekingsafwijking.
Bijziendheid
Wanneer het hoornvlies te bol is of het oog te lang dan worden de binnenvallende stralen te veel gebroken. Ze vallen dan samen op een punt dat voor het netvlies ligt. Op het netvlies zelf ontstaat geen scherp beeld; men spreekt dan van bijziendheid. In de volksmond spreken we hier ook vaak over een ‘bril voor veraf’.
Verziendheid
Is het hoornvlies te vlak of het oog te kort dan vindt afbeelding van een voorwerp plaats achter het netvlies. Ook dan is het beeld niet scherp. Dit heet verziendheid. De befaamde ‘leesbril’ is een oplossing bij verziendheid, ook wel een bril voor ‘dichtbij’ genoemd.
Astigmatisme
Eveneens is het mogelijk dat het hoornvlies niet precies bolvormig is, waardoor de breking in de ene richting anders is dan in de andere richting: ook dit levert een onscherp beeld op. Deze afwijking heet astigmatisme.
Ouderdomsverziendheid
Bij het ouder worden vermindert het vermogen van de ooglens om scherp te stellen voor dichtbij. Ongeveer vanaf het veertigste levensjaar begint dit verschijnsel op te treden. De meeste mensen die tot dan toe geen bril nodig hadden, zullen nu behoefte krijgen aan een leesbril.
Naast optische afwijkingen zijn er ook een aantal oogziekten waar door uw vertrouwde opticien, nauwlettend op gecontroleerd wordt. Indien nodig krijgt u het advies om contact op te nemen met een oogarts.
Onderstaande beschrijven we de meest voorkomende oogziekten.
Glaucoom (Hoge oogdruk)
Glaucoom wordt nog wel eens (onterecht) “groene staar” genoemd. Het heeft niets met de vertroebeling van de ooglens te maken, maar met een te hoge oogboldruk. Bij iedereen heerst er een bepaalde oogdruk als gevolg van een evenwicht van vocht dat inwendig in het oog wordt aangemaakt en weer wordt afgevoerd. Als de afvoer van dit vocht belemmerd/ verminderd is, dan gaat de druk stijgen. Deze hogere druk in het oog geeft problemen voor de zenuwvezels die in het netvlies zitten. Hierdoor gaan deze vezels langzamerhand afsterven en gaat men op een gegeven moment uitval van delen in het gezichtsveld krijgen. Een behandelding met druppels die de oogdruk verlagen is hierbij de eerste optie. Een laserbehandeling of een glaucoomoperatie zijn een tweede optie als er met druppels geen effect wordt bereikt.
Cataract ((Grauwe) Staar)
Dit is een van de bekendste oogziekten die in de wereld voorkomt. Cataract is het vertroebelen van de ooglens (zie afbeelding). Meestal komt dit op latere leeftijd voor, omdat de vertroebeling het gevolg is van het verouderen van de ooglens. Er zijn echter ook mensen die het al op eerdere leeftijd ontwikkelen. Ook zijn er kinderen die met een aangeboren vorm van cataract rondlopen. De oorzaak van de cataract zit hem dan uiteraard niet in de veroudering van de lens, maar in een erfelijke of een verworven oorzaak. Verworven staar kan ontstaan door een ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap (bijvoorbeeld: rode hond).
Ver gevorderde staar
Maculadegeneratie (MD)
Dit is, simpel gezegd, slijtage van het centrale gedeelte van het netvlies. Deze afwijking komt meestal op latere leeftijd voor. De patiënt merkt dat het centrale zien langzamerhand achteruit gaat. Tevens kan er vertekening optreden. Dit houdt in dat rechte lijnen door de patiënt krom of gegolfd gezien worden (zie afbeelding). Dit kan onze optometrist testen met een Amsler kaart. Als u vervormingen waarneemt ìs het zaak om niet af te wachten maar direct contact op te nemen.